Bodem

Wat zijn de aandachtspunten voor de verbetering van de (grond)waterkwaliteit?

maandag 15 juli 2024

De (grond)waterkwaliteit in Nederland is nog onvoldoende aldus de Inspectie Leefomgeving en Transport. Verhoging van de kosten, schade aan natuur en gezondheid zijn het gevolg. Deze slechte kwaliteit betekent ook dat Nederland in 2027 niet voldoet aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Een belangrijke reden is dat bij vergunningverlening, toezicht en handhaving verdere verbeteringen nodig zijn. Een recent onderzoeksrapport bracht een aantal aandachtspunten naar voren. [1]

Onvoldoende afstemming beleid tussen ministeries
De regelgeving van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is niet goed op elkaar afgestemd. Voorbeeld: de eisen voor het toelatingsbeleid en het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het mestbeleid zijn niet afgestemd op de eisen voor waterkwaliteit. Deze afstemming ontbreekt ook op Europees niveau.

Omgevingswet: algemene regels
Met de invoering van de Omgevingswet vallen nog steeds veel lozingen onder algemene regels en deze zijn dan niet meer vergunningplichtig. Toezichthouders beoordelen onvoldoende of deze algemene regels genoeg bescherming bieden voor de waterkwaliteit in specifieke lozingssituaties, of dat aanvullende voorschriften noodzakelijk zijn. De Omgevingswet stapt bij de vergunningverlening over van 'nee, tenzij' naar 'ja, mits'. Vanaf 2024 geldt voor veel standaard activiteiten een meldingsplicht in plaats van een vergunningsplicht. Effectief toezicht blijft cruciaal om ervoor te zorgen dat ook deze activiteiten binnen aanvaardbare grenzen blijven voor milieu en samenleving.

Indirecte lozingen
Dit zijn lozingen via rioleringen of via een tussenliggende zuivering op het oppervlaktewater. Rijkswaterstaat, waterschappen en omgevingsdiensten zijn verantwoordelijk voor uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij deze lozingen. Alleen een klein deel van de indirecte lozingen is vergunningplichtig.
Het overgrote deel van de indirecte lozingen is niet vergunningplichtig, maar valt onder algemene regels uit de Omgevingswet.
Door indirecte lozingen komen veel probleemstoffen in het riool, die vervolgens via zuiveringswerken het oppervlaktewater alsnog belasten. Deze bronnen van probleemstoffen zijn nu onvoldoende in beeld en worden niet adequaat aangepakt.

Bron: Kwaliteit water extra onder druk door Omgevingswet   (binnenlandsbestuur.nl)

RWI: niet vergunningplichtig
De onafhankelijkheid van het toezicht bij waterschappen staat onder druk, vooral wanneer het waterschap zowel de beheerder als het bevoegd gezag is voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi). Bovendien zijn deze rwzi's niet vergunningplichtig. Er bestaat momenteel geen actueel landelijk overzicht van het toezicht en de handhaving voor deze rwzi's, terwijl het oppervlaktewater door deze lozingen zwaar wordt belast.

Gebrek aan standaardisatie

  • Vergunningen van omgevingsdiensten en waterbeheerders worden niet regelmatig bezien en herzien. Daardoor worden de afspraken in oude vergunningen niet standaard in overeenstemming gebracht met de KRW-doelen of met inzichten over nieuwe probleemstoffen. 
  • De omgevingsdiensten en waterbeheerders wegen de nadelige gevolgen van lozingen voor de waterkwaliteit niet altijd transparant en op dezelfde wijze af bij het toekennen van vergunningen.

Conclusie
Een snelle aanpak van deze aandachtspunten betekent een verdere versterking van de vergunningverlening. Toezicht en handhaving is noodzakelijk om op korte termijn te komen tot betere (grond)waterkwaliteit.


[1] ILT signaalrapportage

Literatuur

Grondwater in de omgevingsverordening | Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl)

RIVM: waterkwaliteit én verbetermaatregelen onvoldoende (nos.nl)