- Opleidingsaanbod
- Planeconomie & Vastgoedrecht
- Duurzame gebiedsontwikkeling
- Bodem
- Asset Management Gemeentelijk Vastgoed
- Woningcorporaties
- Incompany Trainingen
- Losse masterclasses
- Nieuws
- Scobe Academy
- Contact en route
Planeconomie & Vastgoedrecht
Brief VvG| Apart punt baatbelasting - wel of niet?
dinsdag 4 maart 2025
Het Rijk roept gemeenten op meer in te zetten op actief grondbeleid. Maar dat is lastig, gezien de financiële situatie van gemeenten[1]:
- Omdat zelf gronden verwerven niet zonder risico’s is en erg kapitaalintensief.
- Er moet voldoende ambtelijke capaciteit en expertise zijn. Dat is er niet.
Onrendabele toppen
Het is goed dat in het actuele regeerprogramma aanzienlijke middelen zijn gereserveerd voor de woningbouwopgave (€ 7,5 miljard, inclusief € 2,5 miljard voor infra). Dit is echter slechts ongeveer de helft van de publieke onrendabele toppen (PORT) van totaal ruim € 16 miljard. Het overige deel komt voor rekening van gemeenten.
De brief adresseert voorts nog het bijzondere probleem van de macroaftopping bij kostenverhaal. Voor een deel komt dat door de te hoge inbrengwaarde, maar voor een ander deel omdat kosten over een veel groter gebied verdeeld worden dan het kostenverhaalsgebied. Dat gaat dan om de bestaande stad. Er wordt zelfs gesproken over 80%.
Baatbelasting
De brief noemt hier als oplossing onder andere baatbelasting, om de bestaande stad te belasten. Het wordt wel gekwalificeerd als complex. Het roept veel vragen op. Onder andere:
- Er is een bekostigingsbesluit nodig voor de aanvang van de werken, die nauwkeurig omschreven moeten zijn. Gebiedsontwikkeling kent langlopende doorlooptijden met aanpassingen in de uitvoering. Gaan we dan delen missen, of nemen we steeds nieuwe besluiten? Moeten we voorts de hele stad als bekostigingsgebied aanwijzen?
- Je moet binnen 2 jaar na het gereedkomen van de werken het besluit nemen om baatbelasting daadwerkelijk in te voeren/dat is de verordening vaststellen.
- Tevens moeten aanslagen binnen 2 jaar na de uitvoering van de werken zijn opgelegd. Vraag: wat is de uitvoering van de werken? Moment dat we er gebruik van kunnen maken of oplevering door de aannemer of nog iets anders?
- Bovendien moet er sprake zijn van baat. Wordt het niet lastig om dat aan te tonen en moet dat dan per werk? Voor nieuwbouw is het toch wat simpeler om de PPT-criteria toe te passen.
- Tegen de aanslag is bezwaar en beroep mogelijk tot aan de Hoge Raad (het is belastingrecht). Zullen de no-cure-no-pay-bedrijven net als bij de OZB-beschikking uit de grond gestampt worden.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Er is door het Rijk een versimpeling aangekondigd van de baatbelasting. We zijn benieuwd! Maar……. is een differentiatie in de verhoging van de OZB niet eenvoudiger? Het scheelt in ieder geval veel werk bij de gerechtelijke macht.